Struikelstenen

Een Stolperstein is een betonnen steen van 10 x 10 cm, met aan de bovenkant een messing plaatje waarin de naam, geboorte en overlijdensdatum en de plaats van overlijden zijn gestanst. (geslagen). De Stolpersteine worden sinds 1992 gemaakt door de kunstenaar Gunter Demnig. Met zijn stenen van messing wil hij de slachtoffers van het nationaalsocialisme rond en tijdens de Tweede Wereldoorlog herdenken. De zogenoemde De Stolperstein wordt geplaatst in de stoep voor het voormalige woonhuis van het slachtoffer. Het is bedoeld om het gevoel te krijgen van “belemmering, obstakel”. Niet letterlijk, maar wel om voorbijgangers te laten stil staan en in hun gedachten terug te kijken wat er gebeurd is. Zo geeft men ieder slachtoffer een eigen monument. Het is een herinnering aan de Holocaust van voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog.

ONS ’S-HEERENBERG IN 1942-1943

Wij beperken ons in deze rondgang tot de Hofstraat, Marktstraat, Kellenstraat en Klinkerstraat en gaan daarbij terug in de tijd naar de jaren 1942-1943. In dit mooi oude centrum leefden hervormden, katholieken en Joden al sinds decennia vredig naast en met elkaar. Zij maakten deel uit van het sociale leven en waren lid van de diverse verenigingen. In 1943 werd dit vredige leven bruut verstoort door de Nazi’s door zonder enige reden onze Joodse inwoners op te pakken. In onze rondgang staan wij steeds even stil bij de huizen van waaruit deze bewoners zijn opgepakt. Ook vertellen wij kort wat er met hen is gebeurd. De verhalen zijn vaak nog veel emotioneler en wellicht vergeten wij onbedoeld belangrijke details. Wanneer er behoefte is aan meer uitgebreide informatie dan wil ik graag verwijzen naar de volgende websites: www.berghapedia.nl en www.arolsen-archives.org Als u wilt weten of bijvoorbeeld in het huis waar u woont Joodse slachtoffers woonden, kunt u dat vinden op adres in www.joodsmonument.nl Wij zijn blij dat de struikelstenen nu precies 80 jaar na de bevrijding van Auschwitz een blijvende herinnering aan onze Joodse inwoners zullen zijn!   Met medewerking en inzet van Fritz Frauenfelder en Henk Groote is deze rondgang door ‘s-Heerenberg tot stand gekomen. 

HOFSTRAAT 4

Johannes IJsbrands Galama, geboren 24 februari 1885 in Sensmeer. Pastoor in ’s-Heerenberg. Marinus Adrianus van Rooijen, geboren 21 oktober 1897 in Houten. Van 1933 tot aan zijn dood in 1942 kapelaan in ’s-Heerenberg. Beiden lieten duidelijk blijken dat zij de Nazi-leer afwezen. Op zondag 3 augustus 1941 werd in de Pancratiuskerk een brief gedateerd 25 juli1941 namens de Nederlandse Bosschoppen voorgelezen waarin met protesteerde tegen de Duitse maatregelen. Deze brief werd door van Rooyen gestencild en illegaal verspreid binnen de parochie. Hierop hebben’s-Heerenbergse NSB’ers de Gestapo in Emmerik waarop op 4 augustus 1941 van Rooyen, Hegge en Galama zijn gearresteerd. Hegge heeft de oorlog overleefd en is 15 april 1945 in kamp Bergen Belsen bevrijd en veilig teruggekeerd naar Nederland. Van Rooyen is via gevangenschappen in Arnhem en Sachsenhausen uiteindelijk in Dachau terechtgekomen. Door zware uitputting is hij daar op 16 juni 1942 bezweken. Galama werd op 4 augustus 1941 opgesloten in het Huis van bewaring in Arnhem. In november 1941 is hij overgebracht van concentratiekamp Dachau waar hij vele ontberingen heeft moeten doorstaan. Hij is in mei 1942 met 118 anderen per autobus afgevoerd naar kasteel Hartheim, een vernietigingsinrichting in Oostenrijk. Op 4 mei 1942 in hij is kasteel Hartheim vergast.

KLINKERSTRAAT 46

Dit was de woning van David Bloemendaal geboren op 30 december 1871 als zoon van Salomon Bloemendaal en Judig Goldstein. Hij was oom van Roidi Bloemendaal die aan de overkant woonde. Hij trouwde op 6 april 1900 in Bergh met Schoontje Cohen uit Amsterdam. Hij was huisschilder van beroep. Zijn vrouw Schoontje overleed plotseling op 15 januari 1901 slechts 10 maanden na het afsluiten van hun huwelijk. David hertrouwde op 23 januari 1902 met Eva Kossmann uit Weilerswist in Pruissen. Ook zijn tweede vrouw is onverwacht overleden op een niet bekende datum. Het derde huwelijk werd afgesloten met Johanna Ruhr uit Mechernich in Duitsland. Hij heeft toen tijdelijk in Duitsland gewoond. In november 1935 is hij vanuit Keulen teruggekeerd naar ’s-Heerenberg. Beiden zijn medio mei 1943 op transport naar Polen gezet en op 14 mei 1943 in Sobibor vermoord.71 en 65 jaar oud. Hun namen zijn ook vermeld in het Yad Vashem’s Central Database of Shoah Victims’ Names in Jeruzalem.  

KLINKERSTRAAT 25

Hier woonde Roidi (Rudie of Roedie) Josef Bloemendaal geboren 1 september 1912 als zoon van Mozes Bloemendaal en Helena Kamp. Hij trouwde op 6 augustus 1942, nog niet wetende welke toekomst hij tegemoet ging, met Mietje (Mies) Goudeketting uit Amsterdam. Samen met zijn vader had hij een textielhandel. In Den Haag kochten zij stoffen en kleding in waarmee hij lang de deur gingen. Ook maakten zij een belangrijk en actief deel uit van de Berghse gemeenschap. In april 1943 werden Roidi en Helena, die al bijna negen maanden in verwachting was van hun eerste kindje, afgevoerd naar concentratiekamp Westerbork. Hun kindje werd op 30 april in kamp Westerbork geboren waar het op 5 juni helaas is overleden. Zij is op 7 juni gecremeerd en de as heeft men toen nog kunnen bijzetten op de Joodse begraafplaats in Diemen. Roidi en zijn vrouw Helena zijn vervolgens na het overlijden van hun kindje op transport gesteld naar Polen. Beiden zijn daar op 9 juli 1943 vermoord. Dertig en 28 jaar oud. Hun namen zijn ook vermeld in het Yad Vashem’s Central Database of Shoah Victims’ Names in Jeruzalem.  

KELLENSTRAAT 2

Deze woning behoorde toe aan Joseph Jacobs, geboren op 22 november 1905 in Millingen en zoon van Manual Jacobs en Sara Northeimer. Hij trouwde op 8 april 1908 in ’s-Heerenberg met Hermina Rosenberg, geboren op 8 april 1908 als dochter van Gotfried Rosenberg en Evelina Jacobs. Joseph was veehandelaar en runde zijn bedrijf vanaf dit adres. Joseph en Hermina kregen twee dochters. Op 12 februari 1939 werd geboren Evelina Sera die helaas vier dagen later in Arnhem is overleden. Op 7 oktober 1941 werd de tweede dochter Sera Evelina geboren. Haar moeder heeft nog geprobeerd haar dochtertje onder te brengen met de belofte dat zij haar na de oorlog weer zou ophalen maar na vier dagen werd zij alweer opgehaald omdat zij haar te veel miste. Het noodlot sloeg meteen toe want diezelfde dag werden alle Joden uit de Kellenstraat opgepakt en afgevoerd. Samen met haar moeder Hermina is Sera afgevoerd naar kamp Vught. Vandaar zijn zij op 6 juni 1943 naar Westerbork gebracht en vervolgens door naar Sobibor waar zij op 2 juli 1943 zijn vermoord, 35 en 2 jaar oud. Vader Joseph is op 31 maart 1943 op een onbekende plek in Polen vermoord, 38 jaar oud. Hun namen zijn ook vermeld in het Yad Vashem’s Central Database of Shoah Victims’ Names in Jeruzalem.

KELLENSTRAAT 9

Hier woonde Leopold Straus, geboren 1 december 1883 als zoon van Joseph Straus en Sara Hertz. Hij trouwde op 15 januari 1918 in Doetinchem met Lea Jacob, geboren 6 september 1888 als dochter van Meijer Jacob en Saartje Levie. Uit dit huwelijk werden vijf kinderen geboren: Joseph (Jopie), Meijer (Max), Sara, Sallie en Benno. Leopold was veehandelaar en woonde met zijn gezin naast zijn broer Ben (Kellenstraat 11). In 1903 werd Leopold lid van Sociëteit De Vriendschap! Ook zij waren dus goed geïntegreerd in de Berghse Gemeenschap. Van hun kinderen heeft alleen Sara de oorlog overleefd. Joseph werd al eind 1942 opgepakt en via verschillende werkkampen naar Auschwitz vervoerd waar hij op 28 februari 1943 is vermoord. De overige twee kinderen en Leopold en Lea zijn begin april 1943 opgepakt. Meijer, Sallie en Benno zijn gescheiden van elkaar naar Sobibor in Polen vervoerd. Meijer vermoord op 9 juli 1943, Sallie vermoord op 31 maart 1944, Benno vermoord op 14 mei 1943. Samen met Benno zijn ook Leopold en Lea op 14 mei 1943 in Sobibor vermoord. Hun namen zijn ook vermeld in het Yad Vashem’s Central Database of Shoah Victims’ Names in Jeruzalem.  

KELLENSTRAAT 11

Hier woonde Benjamin (Ben) Joseph Straus, geboren 22 juli 1881 als zoon van Joseph Straus en Sara Hertz. Hij trouwde op 24 juli 1912 in Bergh met Hedwig Levita geboren op 6 juli 1882 in Cramberg Duitsland. Ben was slager van beroep en heeft na het overlijden van zijn vader in 1914 de slagerij voortgezet. Ben en Hedwig kregen vier kinderen; Bernhardine Else, Joseph, Harry en Betty. (Harry ondergedoken bij Garben dagboek Azewijn van ’t Hof tot Heden), Betty 101 geworden) Joseph geëmigreerd naar Israël nu achternaam Tirosh Alle vier hebben zij de oorlog overleefd. Joseph was zelfs officier in het Nederlandse leger en overleefde als krijgsgevangene van de Duitsers. De overige drie kinderen waren succesvol ondergedoken.Ben was voorganger in de synagoge en vervulde daarom een belangrijke rol in de Joodse Gemeenschap. Hij werd beheerder van Comité Joodsche Vluchtelingen en kon zo o.a. Joodse vluchtelingen uit Duitsland financieel ondersteunen. Ben werd aangewezen als plaatselijk vertegenwoordiger van de Joodsche raad die in februari 1941 door de bezetter was opgericht. Vanaf 1942 mochten Joden geen slager meer zijn. Ben bleef bij zijn college Klarenaar toch bezig met het slagersvak. Dit is hem en zijn gezin noodlottig geworden. In de nacht van 10 op 11 februari 1943 is hij met zijn vrouw opgepakt en op transport naar Polen gezet. Drie van de 4 kinderen zijn die nacht ondergedoken. Al op 26 februari 1943 zijn zij vermoord in Auschwitz, 61 en 60 jaar oud. Zij waren de eersten uit ’s-Heerenberg gedeporteerde Joden die de dood vonden. Hun namen zijn ook vermeld in het Yad Vashem’s Central Database of Shoah Victims’ Names in Jeruzalem.  

KELLENSTRAAT 27

Dit was de woning van Abraham Kamp, geboren op 17 april 1877 als zoon van Michael Kamp en Regina Cahn. Hij trouwden in 1911 met Rosalie Cahn. In 1912 werd hun dochter Herta geboren. Zij hadden nog een zoon Josef Erik en waarschijnlijk ook nog een dochter. Toen de situatie voor Joden eind jaren dertig in Duitsland steeds moeilijker werd is hij samen met zijn vrouw en dochter Herta naar Nederland gevlucht. Nadat ze eerst een tijdje in Den Haag hadden gewoond vestigden zij zich later op dit adres in ’s-Heerenberg. Hier kregen zij onder andere geldelijke steun vanuit het CJV dat door ben Straus werd beheerd. Hun dochter Herta had een verstandelijke beperking. Zij heeft tot 1942 altijd bij haar ouder gewoond. In 1942 kreeg zij een plek in het Apeldoornse Bos, een instelling door Joden met een beperking. Hier was ook Sara Straus, geboren in ’s-Heerenberg als verpleegster in opleiding. Het bleek helaas geen veilige haven want in de nacht van 21 op 22 januari 1943 werd de inrichting op ruwe wijze door de Nazi’s ontruimd. Bij alle 350 patiënten en 50 personeelsleden werden met veertig wagons via Westerbork naar Auschwitz gedeporteerd waar op 25 januari iedereen is vermoord! Abraham en Rosalie zijn ergens in mei in ’s-Heerenberg opgepakt en afgevoerd naar Sobibor in Polen, waar zijn op 23 juli 1943 zijn vermoord, 66 en 64 jaar oud.

MARKTSTRAAT 31

In 1888 runde Izaak Cohen hier een Vleeschhouwerij oftewel een slagerij. Hij stierf in op 85-jarige leeftijd in 1942 maar heeft nog wel meegemaakt dat drie van zijn vijf kinderen waren opgepakt en in Sobibor en Auschwitz zijn vermoord. De overige twee kinderen waren ondergedoken en hebben de oorlog gelukkig overleefd. De slagerij is inmiddels in 1926 overgenomen door zijn toen 35-jarige zoon Simon die getrouwd was met Roosjen de Leeuw. Simon werd in april 1943 samen met zijn vrouw en drie kinderen opgepakt en belandde via kamp Vught in Westerbork. Omdat (Geertruide)Truusje en (Isaak) Iesje op dat moment roodvonk hadden werden alleen Simon en dochter Jenny door gestuurd naar Polen. Gescheiden van de rest van gezin zijn Simon en Jenny op 10 juni doorgestuurd naar Sobibor waar zij op 1 juni 1943 zijn vermoord. 51 en 16 jaar oud. Simons vrouw Roosjen bleef noodgedwongen met de zieke Truusje en Iesje achter in Westerbork, maar een maand later werden zij alsnog op transport gezet en zijn direct na aankomst in Sobibor vermoord, 42, 13 en 12 jaar oud.  Hun namen zijn ook vermeld in het Yad Vashem’s Central Database of Shoah Victims’ Names in Jeruzalem.